Herdenkingsbijeenkomst 27 juni 2021

Op zondag 27 juni hebben we met een groep van ongeveer vijftig mensen, bestaande uit familie en vrienden, John herdacht in de tuin van Huize Frankendael. Op deze pagina kunt u speeches teruglezen (deze worden nog aangevuld) en foto’s bekijken.

Wilt u ook nog een herinnering delen? Dat kan via afscheid@john.smal.org.

Deutsches Requiem deel IV, eerste frases
van Johannes Brahms
Je bent dan nu wel bedroefd, maar ik zal jullie
terugzien, en je hart zal zich verheugen
en jouw vreugde zal niemand je ontnemen. Ik zal
je troosten zoals je moeder je kan troosten.
Kijk naar mij: ik heb een korte tijd moeite en gezwoeg gehad, en ik heb veel troost gevonden.
——-
opening door dochter Eva Smal
——-
zus Rinie Schmidt over hun jeugd
——-
vriend Jos Schoutsen over hun schooltijd en daarna
——-
Sarabande uit Cellosuite nr. 3 in C groot
van Johann Sebastian Bach
vriend Hans de Groot op cello
——-
Joost Kuiper over John als collega en vriend
——-
Eva over het ziekbed
——-
Lied ohne Worte Op. 19 No. 2 in A Minor
van Mendelssohn dochter Willemijn op piano


Je bent dan nu wel bedroefd, maar ik zal jullie
terugzien, en je hart zal zich verheugen
en jouw vreugde zal niemand je ontnemen. Ik zal
je troosten zoals je moeder je kan troosten.
Kijk naar mij: ik heb een korte tijd moeite en gezwoeg gehad, en
ik heb veel troost gevonden.

Opening door dochter Eva Smal

We zijn hier vandaag om John Smal te herinneren. Huize Frankendael is daarvoor een goede plek. Met zijn ouders Cor en Dix en zusje Rinie heeft hij hier om de hoek, op de Linnaeusparkweg 100, gewoond. Op het Linnaeushof heeft John op kamers gewoond, op de zolder van de pastorie. Noor kwam daar stiekem op haar brommer langs, want ze waren nog niet getrouwd. Dat kan ik me overigens niet voorstellen, mijn moeder op de brommer – nu foetert ze vooral op die stinkdingen. Nadat Noor en John in 1969 trouwden, hebben ze samengewoond op Linnaeusparkweg 94.

Hierna zal een aantal mensen voor de groep herinneringen ophalen. Zoals zusje Rinie, schoolvriend Jos en oud-collega Joost. Ik zal zelf afsluiten over Johns laatste maanden. Daarnaast zal vriend Hans op de cello spelen en mijn oudste zus Willemijn op de piano afsluiten.

De afgelopen dagen zijn er al veel dierbare herinneringen opgehaald. Een aantal daarvan, onder andere van schoolvriend Bart Drubbel, kunnen jullie lezen op john.smal.org. Daar zal ik ook de speeches van vandaag, als de sprekers dat goed vinden, plaatsen en kunnen jullie zelf ook herinneringen achterlaten.

Zus Rinie Schmidt over hun jeugd:
Denken aan John

John en ik zijn opgegroeid in een liefdevol gezin en we hebben warme banden met de familie van onze moeder.

Onze Oma en Opa kregen 2 dochters, onze moeder Dix en tante El.
Tante Elly kreeg 2 dochters. Toen daarna John werd geboren in 1947 was hij als jongen enorm welkom. Hij kon bij deze familie als het ware op hun bord poepen. (Een uitdrukking van onze moeder!)

Het was voor John een goede basis voor vele ongeplande logeerpartijen bij onze geliefde tante Ellie.Voor het vertrek van huis verstopte hij zijn pyjama onder zijn trui, zodat hij daar kon blijven logeren. Dat zijn nichtje Andrea soms een beetje jaloers was, was niet zo verwonderlijk.

Op de woensdag kwamen we samen bij OPA en OMA op het Legmeerplein in Amsterdam West. Vaak speelden we trammetje in de hal, want John was dol op het openbaar vervoer. Alle eetkamerstoelen werden gebruikt voor de inrichting. John knipte bij de ingang de kaartjes van Andrea en mij en wij zaten altijd in de tram als passagier. We kunnen ons niet herinneren dat wij, als conductrices wel eens kaartjes knipten of de tram uit de remise reden als trambestuurders.

John nam graag de leiding.

Wij woonden hier in de Watergraafsmeer op de Linnaeusparkweg, hier twee straten vandaan. We zaten een straat hier achter op aparte meisjes- en jongensscholen. Ik leerde schaatsen, hier vlak naast in de sloot.

John kon heel goed leren maar met meester Piekevet liep het soms uit de hand. Die vroeg aan de klas: “Waarom heeft Sinterklaas een staf?”
Toen zei John “Om de boot te roeien!”, Piekevet pakte Sjonnie beet en stopte zijn kop onder de kraan. John hield de kraan scheef en Piekevet werd nat, in plaats van John.

Als John druk was, zei Dix: “Ga jij nou maar encyclopedieën”. Dan was hij weer een tijdje rustig.

Wij waren thuis wel af en toe aan het bakkeleien en onze moeder zei dan: “Wij hebben nooit ruzie, houden jullie er nou toch eens mee op.” Toen onze ouders een keer boos op elkaar waren, stonden wij te juichen. “Hoi Hoi, ze hebben ruzie”.

John moest mij af en toe helpen met huiswerk, maar dat liep nooit goed af. Later verbeterde hij zijn geduld en didactische vaardigheden en heeft hij mij zelfs geleerd een belastingaangifte te doen.

Hij hielp mijn schoonzoon Thijs met hun huis verbouwen. Die zegt nu bij elke schroef, “nog ff aandraaien, dat heb ik van Ome John geleerd”.

John zong in het zangkoor en had een hele mooie stem en had veel aandacht voor orgels. John speelde graag de heilige Mis, bouwde een altaar, gebruikte een beddensprei als kazuifel en ik kreeg een hostie met de woorden : “het lichaam van Christus” “niet bijten, niet kauwen.”

Toen hij als puber in Zeeland zijn eerste liefde Toos ontmoette, gaf hij het celibaat op, daarna kwamen er andere liefdes, Sarabande etc. Toen ontmoette hij Noor en ze bleven trouw aan elkaar tot aan het laatste moment.

Noor was een goede steun voor hem, ook bij zijn eerste operatie aan zijn stembanden en hij kwam er weer bovenop. Dat kon hij overwinnen maar wat hem overkwam, begin dit jaar, maakte dat hij al snel besloot, niet lang meer verder te willen.

Wij hadden een fijn liefdevol samenzijn in het ziekenhuis en we begrepen elkaar heel goed. Dat neem ik altijd met me mee!

In Zeeland, begin juni, die vakantie had ik er nog even doorheen gejast, waren er mooie momenten maar werd ook duidelijk, dat hij geen kwaliteit van leven meer had, ondanks alle steun van Noor.
We herdenken hem hier vandaag maar hij zal altijd in mijn hoofd zitten als MIJN GROTE BROER.

Ik zal altijd aan hem blijven denken!

Vriend Jos Schoutsen over hun schooltijd en daarna

Sarabande uit Cellosuite nr. 3 in C groot
van Johann Sebastian Bach
vriend Hans de Groot op cello:

Joost Kuiper over John als collega en vriend

Onze vriendschap met John,

Begin 2000 begonnen John en ik beiden met een nieuwe baan bij de provincie Overijssel in het team ICT Beheer en Ontwikkeling. Hij als ervaren rot na een succesvol herstel, revalidatie en omscholing tot informatie-specialist, ik als zijn beoogde teamleider.

In de praktijk lag de verhouding natuurlijk meteen anders. John bleek heel wat meer ervaring en management-kwaliteit mee te brengen en voedde mij daarmee op, en dat deed hij op een ongedwongen en vriendschappelijke wijze. Dat kenmerkte hem: altijd naast iemand staan, in het team en in projecten.

John vond binnen het opkomende ICT-domein snel zijn eigen niche: het internet. In de jaren bij de provincie heeft hij zowel de website van de provincie als het intranet mee helpen opzetten. Dat betekende plannen van aanpak schrijven, lobbyen voor voldoende budget, selecteren van de juiste leveranciers en het vervolgens implementeren, testen van de oplossing en het opleiden van de beheerders en gebruikers. Een wereld waarin alle talenten van John bij elkaar kwamen: zijn scherpe blik, zijn ervaring in het maken van encyclopedieën (ordening van lemma’s), kennis van de markt, diplomatie in de omgang met mensen, zijn vasthoudendheid, werkkracht en vooral humor.

Ik herinner mij hoe hij een groot publiek toesprak over de nieuwe website. De spraak ondersteunde hij met zijn postuur, gebaren, mimiek en timing. Hij kreeg het publiek muisstil…

Nadat ik het vak weer verliet, bleven we elkaar zien. Visje eten op vrijdag in de kantine. John leerde mij de wereld van Apple kennen. Ook Anneke, onze jongens en Noor kregen een klik. En zo zijn we elkaar blijven zien. Bij orgelconcerten, Bach, herinneringen ophalen aan katholiek Amsterdam, de concertreizen met het Zwols Vocaal Ensemble naar Zweden, Dresden en Canterbury en zelfs een kopje koffie aan boord van de boot.

John vertelde vorig jaar dat de klussenlijst afnam.

Eén had hij nog te voltooien. Adieu, goede vriend.

Dochter Eva Smal over het ziekbed:
Mijn vader was bijzonder. Dat zegt natuurlijk ieder kind van zijn vader. Maar mijn vader was écht bijzonder. Hij was heel erg goed in taal en ook nog eens erg goed met computers.

In tegenstelling tot veel van mijn generatiegenoten legde hij mij uit hoe de computer werkte, in plaats van andersom. Met niet altijd de beste didactische vaardigheden overigens…

Ik kan me goed herinneren dat ik werkstukken moest maken in Word. En als het plaatje dat ik wilde invoegen steeds twee pagina’s verschoof – iedereen die documenten heeft gemaakt in Word herkent dat wel – hoefde John bij wijze van zijn spreken zijn handen maar boven het toetsenbord te houden en het was opgelost.

Ik schepte daar als klein meisje over op, dat míjn vader in de jaren zeventig met de eerste computers heeft gewerkt die zo groot waren als een klaslokaal. Dat deed hij toen hij werkte aan de eerste computersamengestelde encyclopedie, van Het Spectrum.

Zijn kennis van computers en ICT leverde hem na zijn eerste keer kanker in 1990 en zijn ontslag daarna bij uitgeverij Walburg Pers, uiteindelijk ook een heel fijne tweede carrière op. Hij zei zelfs dat zijn periode bij de provincie Overijssel vanaf 1999 tot aan zijn pensioen de gelukkigste waren in zijn carrière.

Het wrange aan de hersentumor die John vier maanden geleden trof, is dat die precies de gebieden aantastte die John John maakten. In zijn taal. En in zijn systematische denkvermogen, waardoor hij zo goed was in computers.

Hij had dat zelf direct door. Hij zei al snel dat hij tijdens zijn laatste jaren op school door had gehad dat hij goed was in taal en in denken. Misschien wel een van de beste. En dat dat de rest van zijn leven zo was gebleven, bij al zijn banen en al zijn vrijwilligerswerk. Maar dat hij dat nu kwijt was.

Dat openbaarde zich steeds meer. John was opeens niet meer diegene die precies wist hoe de computer werkte. Hoe hij met zijn smartphone moest omgaan. Hoe hij zijn gedachten op papier kon zetten.

Het lukte niet meer te genieten van het lezen van de krant of dikke biografieën, of van praatprogramma’s op radio en tv. Op het einde lukte het hem zelfs niet meer om begrijpelijke zinnen te maken.

Hij was ‘in stukjes’, vertelde hij op een beter moment op een van zijn laatste dagen. En zo kon hij niet zijn, dat was niet John. Dat zagen we en begrepen we heel goed. We hebben hem daarom in liefde losgelaten.

Lied ohne Worte Op. 19 No. 2 in A Minor
van Mendelssohn dochter Willemijn op piano:

Zijn eigen annonce

John werd door de tumor in zijn hoofd voor de tweede keer geraakt in een van zijn talenten: de taal. Zo merkte hij in februari ook dat er iets mis was. Naast flinke koppijn, kon hij niet meer op bepaalde woorden en namen komen.

Tussen de diagnose in februari – de slechtste vorm van een tumor in je hoofd die je kan hebben – en zijn overlijden vier maanden later is die taal nooit meer hersteld, ondanks een ingrijpende operatie in het UMC Utrecht. Sommigen woorden kwamen wel even terug, en een periode lang was hij goed in staat om synoniemen te vinden zodat hij zich toch verstaanbaar kon maken. In de laatste anderhalve week verdween dat vermogen echter, waarna hij nog maar sporadisch met handgebaren duidelijk kon maken wat hij bedoelde.

De tumor raakt John echter niet alleen in de gesproken taal. Hij was ook niet meer goed in staat om zijn gedachten op papier te zetten. Dat was pijnlijk om te zien, voor iemand die daar altijd juist zó goed in was.

Het weerhield John niet van schrijven. Hij heeft in de laatste maand vasthoudend geprobeerd zijn eigen annonce voor in de krant te schrijven en te herschrijven. Zijn dochters Willemijn en Eva hebben uiteindelijk van al die versies een goed leesbare versie gemaakt. Hieronder vinden jullie echter ook een van de versies die John zelf heeft geschreven, omdat het wrang illustreert hoe ‘in stukjes’ hij was. Maar óók laat zien dat daaronder nog wel iets zichtbaar was van de schrijver die hij ooit was.

Een van zijn eigen versies:


J O H N S M A L
kwam ter wereld op 8 april 1947 in Amsterdam. Zijn voornaam kreeg hij van zijn in 1887 geboren grootvader, maar verloor hem al in 1955. Veel familie en vrienden bleven er gelukkig langer bij; een heidende zus haalde 103 jaar. — John begon als gelovige zanger, elk jaar een beetje breder. Dankzij zijn schoolmeester belandde hij op het Sint Ignatiuscollege, maar pas na een dubbele klas lukte hem meer breedheid en behendiging. Van zijn geliefde kreeg hij kennis, nog net begonnen in 1965. Zijn studie maakte hij niet helemaal af, maar er bleef wel wat af in miltaire dienst. Hij hielp met de keuze voor de Spectrum Encyclopedie. Hij stapte over naar Kluwer e.a. in Deventer en werd in 1983 uitgever van de Walburg Pers in Zutphen. — In 1990 verloor John zijn stem, een jaar later zijn baan. Maar hij herstelde zich in twee hulpspraken, uiteindelijk met eigen slokdarmspraak. Met bijzondere hulp kwam hij in 1999 in dienst van de provincie Overijssel; zijn langste baan duurde tot 2016. Al eerder meldde hij jaarlijkse berichten met Driekoningen. — Dit jaar overkwam hem een tumor, met een negatieve betekenis. John Smal overleed op 16 juni 2021 in Harderwijk.

De door Willemijn en Eva uitgebreide en bewerkte versie:

Hij kwam ter wereld op 8 april 1947 in Amsterdam. Zijn ouders waren Dix Schmeink en Cor Smal. In zijn familie waren enkele leden, waaronder zijn grootvader van vaderskant, op het moment van zijn geboorte al overleden. Zijn tante El, is lang bij hem gebleven tot de respectabele leeftijd van 103. Als klein kind had John TBC en begin jaren ’50 werden zijn longen regelmatig met röntgenstraling doorgelicht.

John begon als koorknaap in de kerk, als (toen nog) vrome jongen strekt dit hem tot grote eer. De hoofdmeester van de lagere school zag het in John, en vond de ambachtschool voor hem onvoldoende uitdaging. Hij kwam terecht op het Sint Ignatiuscollege in Amsterdam, waar hij het gymnasium volgde. Toen hij in de vierde klas bleef zitten, kwam hij in een bijzonder fijne klas met geweldige medeleerlingen. Daar voelde hij zich senang en kwam hij tot bloei.

Zijn vrouw Noortje leerde hij reeds op 18-jarige leeftijd kennen in het schoolkoor. John begon aan een studie Nederlands, maar toen die niet erg vlotte moest hij in militaire dienst. Na zijn afzwaaien knipte zijn vrouw Noor een advertentie voor hem uit om ‘persklaarmaker’ te worden. Hij bleek geknipt voor de uitgeverij, dankzij zijn taalgevoel en systematische denken. Bij het Spectrum begon hij zijn uitgeverscarrière: hij werkte daar aan de eerste computersamengestelde encyclopedie – en dit al eind jaren ’70! Zijn uitgeverscarrière vervolgde zich bij onder andere Kluwer in Deventer en bij de Walburg Pers in Zutphen. In die jaren werden drie dochters geboren: Willemijn (1978), Dieuwertje (1981) en Eefje (1984, later Eva).

In 1990 verloor John voor het eerst zijn taal, door een tumor op zijn stembanden – waarna hij ook zijn baan in de uitgeverij verloor. Een tweede stem vond hij door slokdarmspraak, een tweede carrière vond hij in ICT en systeembeheer. Een bijzonder goede tijd brak aan toen hij in 1999 in dienst kwam bij de Provincie Overijssel. Uiteindelijk de langste en meest gelukkige periode in zijn werkzame leven, niet in de laatste plaats door de lange bootvakanties met zijn geliefde Noor. Elk jaar berichtte hij hierover met Driekoningen; deze e-mails komen u wellicht ook bekend voor.

Begin dit jaar werd hij in zijn beide grote talenten geraakt: een in zijn eigen woorden ‘hopeloze’ hersentumor tastte in hoog tempo zijn taal en denken aan. John Smal nam op 16 juni in Harderwijk afscheid van het leven.

Herinneringen aan John

Van Lambert Quant en Patries Worm:

Patries en ik maken op dit moment bergwandelingen in de Dolomieten, al sinds vele jaren een vast element in onze agenda. Zo’n vast punt was ieder jaar ook ons verblijf op Terschelling, eind oktober begin november dat we lieten samenvallen met de aanwezigheid van John, Noor en Huibert en Ida. We hopen dit met Noor en Ida te kunnen voortzetten, ook al zijn Huibert en John daar helaas niet meer bij.
We kennen Noor en John al ruim 50 jaar; we ontmoetten elkaar in de studentenekklesia in Amsterdam, eind jaren 60 en op zeiltochten op de “Christoffel”, de tweemaster tjalk met Winfried Jansen.
We zagen elkaar niet heel vaak, maar zoals dat met vriendschap vaker gaat, als we elkaar zagen gingen we gewoon door met waar we op dat moment waren: het was niet nodig om “bij te praten”!
Nu was bijpraten met John door zijn handicap sowieso niet goed mogelijk, maar de ontmoeting verliep daardoor in een weldadige rust waarbij woorden onbelangrijk waren.
We missen John!
We wensen jullie veel sterkte
Lambert en Patries

Van Rob Saat:
Lieve Noortje, Willemijn, Dieuwertje en Eva,
Ik wil jullie van harte condoleren met het overlijden van John. Een hele tijd geleden, begin zeventiger jaren, hadden John en ik heel regelmatig contact met elkaar. Wij voetbalden toen enige tijd in hetzelfde team bij RKAVIC. Hoewel ons onderlinge contact door het verloop van onze beider levens gaandeweg verdween, kreeg ik via de intensieve communicatie tussen Dix en Cor en mijn ouders Mia en Herman toch af en toe bericht over jullie.
Veel sterkte gewenst bij het ingaan van een toekomst zonder John.
Met hartelijke meelevende groet,
Rob Saat

John rechts, Dick helemaal links. Gehele foto hieronder.

Van Dick van der Lubbe:
John kan ik mij nog goed herinneren als klasgenoot op het Ignatiuscollege, gymnasium. Een prettige klasgenoot. Hij deed mee met een groepje van ons bij de zogehten academie, samen met meiden van Fons Vitae. Later heb ik hem nog een keer ontmoet bij een reunie van onze klas met o.a. Stefan Willenborg. Spreken ging toen wat moeilijk met een keelknopje.
Hij hield in onze klas een bijjzondere spreekbeurt over kranten. De Telegraaf stond als pamflet zoals hij dat noemde onderaan de lijst. En gelijk had hij. Hij was al vroeg een jongen met gezag. Ik ga nog een klassefoto zoeken. Gecondoleerd met zijn overlijden.

John met zijn hand onder zijn hoofd voor het gordijn.

Van Bart Drubbel:
Ik heb John leren kennen op het St. Ignatiuscollege, waar wij vanaf de vijfde klas klasgenoten waren. Klassen werden alfabetisch op achternaam ingedeeld. Ik zat derhalve altijd in een a-klas en John in de d- of e-klas. Ik doubleerde meteen het eerste jaar en John pas in de vierde. Pas na de splitsing in alfa- en bètaklas kwamen we samen in een klas. Daar maakten we deel uit van het klassebestuur. De voornaamste taak van zo’n bestuur was het organiseren van een klasseavond. Wij – als bestuur – vonden dat dit maar eens gemengd moest en daartoe namen we contact op met de meisjes van 5 alfa van Fons Vitae. Tijdens zo’n avond moest er ook voor wat eigen inbreng gezorgd worden. Nu had Pim Merlijn een mooi potjeslatijngedicht gemaakt, dat door Edgar Vreuls op meerstemmige muziek werd gezet. Enige dames waren bereid om dat met een paar van onze klasgenoten ten gehore te brengen. Dit was de bakermat van het koor Alphae et Alphi, want ja, zo’n klasseavond was leuk, maar die repetities met die meisjes eigenlijk nog leuker. Het koor breidde zich uit en verzorgde al gauw muzikaal de diensten die door Huub Oosterhuis c.s. in de kapel van Fons Vitae werden voorgegaan.

In 1967 gingen John en Noortje, samen met zeven anderen onder wie José,  vijf weken per Transitbusje naar Griekenland en Italië. (zie foto).

(vervolg Bart Drubbel)
Op dat koor zijn vele relaties ontstaan waarvan een aantal ook tot een huwelijk heeft geleid. John en Noor, maar ook José en ik die afgelopen 12 juni 50 jaar getrouwd waren. Bijgaand een foto van John en Noortje – in gesprek met Jos Schoutsen – op de receptie van ons huwelijk. Dus bijna exact 50 jaar geleden.

(vervolg Bart Drubbel)
Na de middelbare school moest ik meteen in militaire dienst (zgn. ongelukkig jarig) en John ging studeren en op kamers wonen. Dat was niet ver van mijn ouderlijk huis en John wist dat mijn vader avondlessen gaf en dus laat thuis kwam en ook dat mijn broer Henk vaak laat op was. Hij schroomde dus niet om regelmatig ‘s avonds om twaalf uur bij hen  binnen te vallen, een pilsje te drinken en een potje schaak met mijn broer te spelen. Dan kon het gebeuren dat mijn moeder om twee uur in nachtjapon de woonkamer binnenkwam en John sommeerde nu maar eens te vertrekken. Na mijn diensttijd ben ik een aantal jaren gaan studeren, maar dat was geen succes. Het omgekeerde van John dus, die na een paar jaar studie in militaire dienst moest.
John, inmiddels werkzaam bij uitgeverij Het Spectrum, attendeerde mij op een vacature bij Het Spectrum. Daar hebben wij tot John’s vertrek bij Het Spectrum een aantal jaren samengewerkt aan de Grote Spectrum Encyclopedie. Als alfa’s ontpopten wij ons als redelijke computernerds.
Na jullie verhuizing naar het oosten van het land werden de contacten minder. Wel stond John soms onverwacht voor de deur, als hij – op weg naar Amsterdam – even in Hilversum uitstapte. Wij wonen vlak bij het station. Verder kwamen we elkaar nog wel tegen bij jubilea, op het boekenbal en ook bij begrafenissen.
De laatste keer dat ik John heb gezien was tijdens een etentje – ik denk acht jaar geleden – met een aantal oud-collega’s in Amsterdam, een jaar na de reünie van 75 jaar Het Spectrum.

Van Kees Philips:
Natuurlijk herinner ik mij John nog goed. De jaren op het Ignatius College, het zingen in Alphae et Alphi en naderhand in het koor van de Studentenecclesia. Al die discussies waar hij aan mee deed en er daarbij soms in slaagde humor in een loodzware discussie te brengen.
Ik herinner me nog de keer dat pater Van Kilsdonk tijdens de voorbeden de misintenties voor wilde lezen en toen opeens begon te lachen. John had namelijk bij de misintenties opgeschreven : “voor de veiligheid van de voetgangers na het behalen van een rij-examen.” Huub Oosterhuis had toen namelijk zijn rij-examen behaald. Dat was typisch John, de humor in een situatie kunnen zien en dat ook kunnen opschrijven.

Later ben ik John nog één keer tegen gekomen. Dat was in een trein van ergens in Oost-Nederland naar West-Nederland. Hij sprak toen door middel van een apparaatje dat hij tegen zijn keel gedrukt hield. Daar schrok ik van, want John kon vroeger goed zingen. Hij had een mooie tenor.

John had een soort vriendelijke, stuwende kracht zonder dominant jegens anderen te zijn. Dat vond ik altijd heel knap van hem.

Het is ontzettend jammer dat hij er nu niet meer is. Ik zal hem niet vergeten.

Veel sterkte en hartelijke groeten,

Kees Philips

Van de neef van Noor, Paul Zeven:
Ik heb John pas echt leren kennen toen we in Frankrijk gingen wonen na mijn pensioen in 2008.Wij hebben een oude boerderij helemaal verbouwd en in de week toen we er in trokken (juni 2009) en het huis nog niet echt klaar was (de werklui waren nog bezig met de laatste aspecten), kwamen Noortje en John voor een week op bezoek. Ik wist dat John in het IT-vak zat maar wist niet dat hij een echte specialist was.

Hij pakte dus IT-infrastructuur in het huis aan en heeft het helemaal in werking gezet, inclusief de computers aansluiten op het Franse ADSL netwerk. Gelukkig!!!

Ik zal niet vergeten dat op een moment dat hij aan het werk was, een van de werklui een zwaar blaasapparaat in werking stelde om iets anders schoon te blazen. De stof was overal!!!  Ook op de computers, de toetsenborden etc.

John reageerde nuchter en rustig : “ja, dat is niet zo best voor de computers en de accessoires…” of woorden van die strekking; hij had de  “schade” weten te beperken. Ik zal niet vergeten hoe kalm en gedecideerd hij e.e.a. aanpakte.

Het was een heel gezellig en nuttig bezoek en jullie ouders zijn nog enige malen meer bij ons op bezoek geweest in ons huis in de “Massif Central”.

Van een vroegere buurjongen, Theo Keulemans:

Aan allen die John zo na waren,

Met de wetenschap dat er weinig mensen mij zullen kennen, vind ik het meer dan passend John te herdenken. Hij was mijn jeugdvriendje. Wij woonden op de Linnaeusparkweg in Amsterdam,  hij op nummer 100 en ik op 94. Onze ouders huurde ons huis van opa Keulemans. Souterrain en etage erboven. John op de eerste verdieping, onder de familie Gorter. Vond het zo mooi in de lente dat op het balkon van die mooie blauwe regen bloeide. Zijn ouders, tante Dix en ome Cor, zijn meer dan waardevol  voor mij geweest. Ik was altijd welkom als ik aanbelde en de trap op liep. Hun waren geabonneerd op de Donald Duck en wij niet!! Tante Dix had altijd een kopje thee en was lief en gezellig. Ome Cor werkte bij een bank en was een en al rust met dat smalle snorretje. Ze kwamen vaak bij ons op bezoek, Kerst en Oud en Nieuw, humor, blijheid vrijheid. Dix kwam in de middag vaak bij mijn moeder en ze dronken dan een citroentje met suiker. De kolenkachel met antraciet nummertje drie zong dan voor mij zijn hoogste lied. Die suiker mocht ik van Dix proeven. Ook oma Schmeink en El waren van de aardige mensen voor mij.

Linnaeusparkweg 100

John ging bij RKAVIC voetballen en ik moest naar de Meer want de Lidwuinaschool wilde dat gewoon. Vond dat destijds al vreemd. De kerk, de Martelaren van Gorkum , hadden een aardige vinger in de pap. Vond destijds het oranje shirt van RKAVIC veel mooier dan dat sombere zwart-rood van de Meer. Ben vaak op de fiets  naar RKAVIC geweest waar tante DIX in de kantine met veel enthousiasme meehielp.

Noortje en John zijn, na hun eerste ontmoeting, hun hele leven bij elkaar gebleven. John heeft mij destijds in vertrouwen genomen, hij was werkelijk hoteldebotel!

Wij hebben eigenlijk verder weinig contact gehad. Gingen onze  eigen weg. Kwamen elkaar tegen op uitvaarten van Cor en Dix en ergens ooit in Duitsland. Hij had een huisje gehuurd met zijn gezin en ik stond op de camping daar met mijn gezin. Opmerkelijk is dat als ik John ontmoette het voelde alsof het gisteren was.

Waarom weet ik niet maar was aan het zoeken op Internet van mensen waar ik nieuwsgierig naar was.

Noortje heeft mij geïnformeerd dat John helaas vorig jaar was overleden. Deed mij zeer. Je denk dan aan je jeugd die wij allebei zo fijn hebben ervaren.

Bedankt voor jullie mooie site over John waar ik graag ook mijn steentje aan wil bij dragen. Mocht iemand informatie van mij willen dan ben ik graag bereid die te willen geven. (via reactieveld, dan sturen we reactie door aan Theo!)


Hieronder kunt u uw herinneringen aan John Smal delen in het reactieveld. Na redactie zullen we deze plaatsen. Veel dank!