Herdenkingsbijeenkomst 27 juni 2021

Op zondag 27 juni hebben we met een groep van ongeveer vijftig mensen, bestaande uit familie en vrienden, John herdacht in de tuin van Huize Frankendael. Op deze pagina kunt u speeches teruglezen (deze worden nog aangevuld) en foto’s bekijken.

Wilt u ook nog een herinnering delen? Dat kan via afscheid@john.smal.org.

Deutsches Requiem deel IV, eerste frases
van Johannes Brahms
Je bent dan nu wel bedroefd, maar ik zal jullie
terugzien, en je hart zal zich verheugen
en jouw vreugde zal niemand je ontnemen. Ik zal
je troosten zoals je moeder je kan troosten.
Kijk naar mij: ik heb een korte tijd moeite en gezwoeg gehad, en ik heb veel troost gevonden.
——-
opening door dochter Eva Smal
——-
zus Rinie Schmidt over hun jeugd
——-
vriend Jos Schoutsen over hun schooltijd en daarna
——-
Sarabande uit Cellosuite nr. 3 in C groot
van Johann Sebastian Bach
vriend Hans de Groot op cello
——-
Joost Kuiper over John als collega en vriend
——-
Eva over het ziekbed
——-
Lied ohne Worte Op. 19 No. 2 in A Minor
van Mendelssohn dochter Willemijn op piano


Je bent dan nu wel bedroefd, maar ik zal jullie
terugzien, en je hart zal zich verheugen
en jouw vreugde zal niemand je ontnemen. Ik zal
je troosten zoals je moeder je kan troosten.
Kijk naar mij: ik heb een korte tijd moeite en gezwoeg gehad, en
ik heb veel troost gevonden.

Opening door dochter Eva Smal

We zijn hier vandaag om John Smal te herinneren. Huize Frankendael is daarvoor een goede plek. Met zijn ouders Cor en Dix en zusje Rinie heeft hij hier om de hoek, op de Linnaeusparkweg 100, gewoond. Op het Linnaeushof heeft John op kamers gewoond, op de zolder van de pastorie. Noor kwam daar stiekem op haar brommer langs, want ze waren nog niet getrouwd. Dat kan ik me overigens niet voorstellen, mijn moeder op de brommer – nu foetert ze vooral op die stinkdingen. Nadat Noor en John in 1969 trouwden, hebben ze samengewoond op Linnaeusparkweg 94.

Hierna zal een aantal mensen voor de groep herinneringen ophalen. Zoals zusje Rinie, schoolvriend Jos en oud-collega Joost. Ik zal zelf afsluiten over Johns laatste maanden. Daarnaast zal vriend Hans op de cello spelen en mijn oudste zus Willemijn op de piano afsluiten.

De afgelopen dagen zijn er al veel dierbare herinneringen opgehaald. Een aantal daarvan, onder andere van schoolvriend Bart Drubbel, kunnen jullie lezen op john.smal.org. Daar zal ik ook de speeches van vandaag, als de sprekers dat goed vinden, plaatsen en kunnen jullie zelf ook herinneringen achterlaten.

Zus Rinie Schmidt over hun jeugd:
Denken aan John

John en ik zijn opgegroeid in een liefdevol gezin en we hebben warme banden met de familie van onze moeder.

Onze Oma en Opa kregen 2 dochters, onze moeder Dix en tante El.
Tante Elly kreeg 2 dochters. Toen daarna John werd geboren in 1947 was hij als jongen enorm welkom. Hij kon bij deze familie als het ware op hun bord poepen. (Een uitdrukking van onze moeder!)

Het was voor John een goede basis voor vele ongeplande logeerpartijen bij onze geliefde tante Ellie.Voor het vertrek van huis verstopte hij zijn pyjama onder zijn trui, zodat hij daar kon blijven logeren. Dat zijn nichtje Andrea soms een beetje jaloers was, was niet zo verwonderlijk.

Op de woensdag kwamen we samen bij OPA en OMA op het Legmeerplein in Amsterdam West. Vaak speelden we trammetje in de hal, want John was dol op het openbaar vervoer. Alle eetkamerstoelen werden gebruikt voor de inrichting. John knipte bij de ingang de kaartjes van Andrea en mij en wij zaten altijd in de tram als passagier. We kunnen ons niet herinneren dat wij, als conductrices wel eens kaartjes knipten of de tram uit de remise reden als trambestuurders.

John nam graag de leiding.

Wij woonden hier in de Watergraafsmeer op de Linnaeusparkweg, hier twee straten vandaan. We zaten een straat hier achter op aparte meisjes- en jongensscholen. Ik leerde schaatsen, hier vlak naast in de sloot.

John kon heel goed leren maar met meester Piekevet liep het soms uit de hand. Die vroeg aan de klas: “Waarom heeft Sinterklaas een staf?”
Toen zei John “Om de boot te roeien!”, Piekevet pakte Sjonnie beet en stopte zijn kop onder de kraan. John hield de kraan scheef en Piekevet werd nat, in plaats van John.

Als John druk was, zei Dix: “Ga jij nou maar encyclopedieën”. Dan was hij weer een tijdje rustig.

Wij waren thuis wel af en toe aan het bakkeleien en onze moeder zei dan: “Wij hebben nooit ruzie, houden jullie er nou toch eens mee op.” Toen onze ouders een keer boos op elkaar waren, stonden wij te juichen. “Hoi Hoi, ze hebben ruzie”.

John moest mij af en toe helpen met huiswerk, maar dat liep nooit goed af. Later verbeterde hij zijn geduld en didactische vaardigheden en heeft hij mij zelfs geleerd een belastingaangifte te doen.

Hij hielp mijn schoonzoon Thijs met hun huis verbouwen. Die zegt nu bij elke schroef, “nog ff aandraaien, dat heb ik van Ome John geleerd”.

John zong in het zangkoor en had een hele mooie stem en had veel aandacht voor orgels. John speelde graag de heilige Mis, bouwde een altaar, gebruikte een beddensprei als kazuifel en ik kreeg een hostie met de woorden : “het lichaam van Christus” “niet bijten, niet kauwen.”

Toen hij als puber in Zeeland zijn eerste liefde Toos ontmoette, gaf hij het celibaat op, daarna kwamen er andere liefdes, Sarabande etc. Toen ontmoette hij Noor en ze bleven trouw aan elkaar tot aan het laatste moment.

Noor was een goede steun voor hem, ook bij zijn eerste operatie aan zijn stembanden en hij kwam er weer bovenop. Dat kon hij overwinnen maar wat hem overkwam, begin dit jaar, maakte dat hij al snel besloot, niet lang meer verder te willen.

Wij hadden een fijn liefdevol samenzijn in het ziekenhuis en we begrepen elkaar heel goed. Dat neem ik altijd met me mee!

In Zeeland, begin juni, die vakantie had ik er nog even doorheen gejast, waren er mooie momenten maar werd ook duidelijk, dat hij geen kwaliteit van leven meer had, ondanks alle steun van Noor.
We herdenken hem hier vandaag maar hij zal altijd in mijn hoofd zitten als MIJN GROTE BROER.

Ik zal altijd aan hem blijven denken!

Vriend Jos Schoutsen over hun schooltijd en daarna

Sarabande uit Cellosuite nr. 3 in C groot
van Johann Sebastian Bach
vriend Hans de Groot op cello:

Joost Kuiper over John als collega en vriend

Onze vriendschap met John,

Begin 2000 begonnen John en ik beiden met een nieuwe baan bij de provincie Overijssel in het team ICT Beheer en Ontwikkeling. Hij als ervaren rot na een succesvol herstel, revalidatie en omscholing tot informatie-specialist, ik als zijn beoogde teamleider.

In de praktijk lag de verhouding natuurlijk meteen anders. John bleek heel wat meer ervaring en management-kwaliteit mee te brengen en voedde mij daarmee op, en dat deed hij op een ongedwongen en vriendschappelijke wijze. Dat kenmerkte hem: altijd naast iemand staan, in het team en in projecten.

John vond binnen het opkomende ICT-domein snel zijn eigen niche: het internet. In de jaren bij de provincie heeft hij zowel de website van de provincie als het intranet mee helpen opzetten. Dat betekende plannen van aanpak schrijven, lobbyen voor voldoende budget, selecteren van de juiste leveranciers en het vervolgens implementeren, testen van de oplossing en het opleiden van de beheerders en gebruikers. Een wereld waarin alle talenten van John bij elkaar kwamen: zijn scherpe blik, zijn ervaring in het maken van encyclopedieën (ordening van lemma’s), kennis van de markt, diplomatie in de omgang met mensen, zijn vasthoudendheid, werkkracht en vooral humor.

Ik herinner mij hoe hij een groot publiek toesprak over de nieuwe website. De spraak ondersteunde hij met zijn postuur, gebaren, mimiek en timing. Hij kreeg het publiek muisstil…

Nadat ik het vak weer verliet, bleven we elkaar zien. Visje eten op vrijdag in de kantine. John leerde mij de wereld van Apple kennen. Ook Anneke, onze jongens en Noor kregen een klik. En zo zijn we elkaar blijven zien. Bij orgelconcerten, Bach, herinneringen ophalen aan katholiek Amsterdam, de concertreizen met het Zwols Vocaal Ensemble naar Zweden, Dresden en Canterbury en zelfs een kopje koffie aan boord van de boot.

John vertelde vorig jaar dat de klussenlijst afnam.

Eén had hij nog te voltooien. Adieu, goede vriend.

Dochter Eva Smal over het ziekbed:
Mijn vader was bijzonder. Dat zegt natuurlijk ieder kind van zijn vader. Maar mijn vader was écht bijzonder. Hij was heel erg goed in taal en ook nog eens erg goed met computers.

In tegenstelling tot veel van mijn generatiegenoten legde hij mij uit hoe de computer werkte, in plaats van andersom. Met niet altijd de beste didactische vaardigheden overigens…

Ik kan me goed herinneren dat ik werkstukken moest maken in Word. En als het plaatje dat ik wilde invoegen steeds twee pagina’s verschoof – iedereen die documenten heeft gemaakt in Word herkent dat wel – hoefde John bij wijze van zijn spreken zijn handen maar boven het toetsenbord te houden en het was opgelost.

Ik schepte daar als klein meisje over op, dat míjn vader in de jaren zeventig met de eerste computers heeft gewerkt die zo groot waren als een klaslokaal. Dat deed hij toen hij werkte aan de eerste computersamengestelde encyclopedie, van Het Spectrum.

Zijn kennis van computers en ICT leverde hem na zijn eerste keer kanker in 1990 en zijn ontslag daarna bij uitgeverij Walburg Pers, uiteindelijk ook een heel fijne tweede carrière op. Hij zei zelfs dat zijn periode bij de provincie Overijssel vanaf 1999 tot aan zijn pensioen de gelukkigste waren in zijn carrière.

Het wrange aan de hersentumor die John vier maanden geleden trof, is dat die precies de gebieden aantastte die John John maakten. In zijn taal. En in zijn systematische denkvermogen, waardoor hij zo goed was in computers.

Hij had dat zelf direct door. Hij zei al snel dat hij tijdens zijn laatste jaren op school door had gehad dat hij goed was in taal en in denken. Misschien wel een van de beste. En dat dat de rest van zijn leven zo was gebleven, bij al zijn banen en al zijn vrijwilligerswerk. Maar dat hij dat nu kwijt was.

Dat openbaarde zich steeds meer. John was opeens niet meer diegene die precies wist hoe de computer werkte. Hoe hij met zijn smartphone moest omgaan. Hoe hij zijn gedachten op papier kon zetten.

Het lukte niet meer te genieten van het lezen van de krant of dikke biografieën, of van praatprogramma’s op radio en tv. Op het einde lukte het hem zelfs niet meer om begrijpelijke zinnen te maken.

Hij was ‘in stukjes’, vertelde hij op een beter moment op een van zijn laatste dagen. En zo kon hij niet zijn, dat was niet John. Dat zagen we en begrepen we heel goed. We hebben hem daarom in liefde losgelaten.

Lied ohne Worte Op. 19 No. 2 in A Minor
van Mendelssohn dochter Willemijn op piano:

1 thought on “Herdenkingsbijeenkomst 27 juni 2021”

Comments are closed.